donderdag 29 mei 2014

In het holst van de nacht

Toen ik 12 jaar geleden een scriptschrijfprogramma volgde aan het Binger (een postdoc internationale scenario-opleiding) kreeg ik te horen dat vanaf nu ik nog één mantra in het leven had: all your time, is writing time. De opleiding was zeer intensief. Na een paar maanden 24/7 schrijven, film analyseren, brainstormen en leren, was ik in Cannes voor het filmfestival en het appartement waar ik verbleef, begon te draaien met mij als middelpunt. Ik was in Cannes om mijn filmproject aan de man te brengen op de vele borrels, cocktailparties en elke avond in het café voor filmprofessionals Le petit Majestic. Een naam die ik vanwege het Engelstalig karakter van de opleiding lang onthield als Le petty Majestic tot ik op de laatste avond het bord boven de markies van het café las en zag dat er petit stond.
De belangrijkste missie voor pro's tijdens een filmfestival is niet films kijken maar netwerken, ontdekken wie wie is en vervolgens jezelf in de kijker spelen. Wat daarbij helpt is de Cannes filmguide waarin alle gecrediteerden met naam en toenaam worden vermeld. Natuurlijk kost zo'n dik boekwerk geld, geld dat ik als arme student niet had. Ik bezocht de filmmarkt met mijn Aziatische collega en zag op een verlaten standje twee gidsen liggen. Dat was boffen, jammer dat het in het Chinees was geschreven zei ik tegen mijn collega terwijl ik hem de gidsen schonk. Hij keek mij bevreemd aan en gaf mij één gids terug, met de opmerking dat het gewoon Engelstalig was. Ik gebruik geen drugs en het was voor mij de eerste keer om te ontdekken dat vermoeidheid zo'n realiteitsvervormend effect kon hebben.

Het gaf niet, want ik was alleen en hoefde voor niemand te zorgen. Nu ziet mijn leven er heel anders uit. Ik ben een alleenstaande moeder met een kind van vier. Zijn geboorte zette mijn wereld op zijn kop en al mijn tijd werd babytijd. Toch begon dat te wringen en ik keek uit naar de basisschooltijd. Ik moet zeggen dat ik vroeger (pre-babytijdperk) mijn tijd als het ware over de balk smeet. Nu ik heel weinig schrijftijd heb, werk ik superefficiënt direct aan mijn verhaal vanaf het moment dat ik alleen ben totdat ik hem ophaal voor de lunch. Toch bleek dat in de praktijk niet genoeg en 's avonds werkte ik door moeheid half niet zo productief. Nu sta ik al een tijdje om 03.30 uur in de ochtend op. Het voelt wel als in het holst nacht en dat is wennen en niet altijd makkelijk, maar het komt het schrijven ten goede en vooral de wakkere droomstaat waarin ik moet verkeren om het verhaal binnen te treden. Ik heb nog energie anders dan aan het eind van de dag en mijn hoofd is nog niet vervuild met al dan niet dagelijkse beslommeringen. 's Avonds onderuitgezakt op de bank een dvd'tje kijken, is er niet meer bij want dan lig ik net als mijn kind te ronken. Schrijven, je moet er wat voor over hebben. 

maandag 12 mei 2014

Testing the waters

Ik schrijf omdat ik gelezen wil worden. Ik ontwikkel mijn eigen verhalen en daar beleef ik een ongeëvenaard plezier aan. Het plezier bestaat niet alleen uit het ontdekken van het verhaal, dat heel spannend is, maar ook het vooruitzicht anderen te kunnen vermaken, ontroeren en/of te laten nadenken.

Nu kan ik ergens heel enthousiast over zijn, maar dat is niet bij voorbaat een garantie dat anderen dat ook zullen zijn. Een graadmeter is of een uitgever je verhaal ziet zitten als je niet van plan bent om het zelf uit te geven. Literair agent Paul Sebes pleit al jaren dat de schrijver zich moet opstellen als ondernemer. Sec gezegd betekent dat dat ik mijn product moet testen in de markt. Dat testen heb ik zes weken geleden gedaan bij een uitgever die maandelijks een soort audiëntie hield in een boekenwinkel. Je kon je ter plekke aanmelden met een synopsis van je boekidee of uitgewerkt verhaal. Vervolgens kreeg je minimaal 2 minuten of meer als de pitch smaakte naar meer. Ik had ervan gehoord via een collega-schrijver, maar ik zag het als verspilde tijd en moeite. Ik zat net een paar maanden in het verhaal/Jousterheerd en dat is een broze periode. In die begintijd moet het verhaal zich kunnen ontwikkelen zonder bemoeienis van buitenaf is mijn ervaring (en het advies van Stephen King). Ik geloof in organische groei van een verhaal dat van binnenuit naar buiten wordt opgebouwd, zeg maar de fundamenten. Commentaar dat te vroeg komt, laat de schrijver zwabberen. Hij/zij wordt onzeker, verliest het contact met het verhaal en welke kant het op wil gaan alsof je de muren van een huis neerzet zonder fundering. Vroeg of laat stort het in elkaar.

Mijn collega-schrijver ging wel, niet om te pitchen maar om zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen: testing the waters. Ze kwam tot de conclusie dat de uitgever geen monster leek en dat uitproberen een optie was. Het was voor mij voor het eerst sinds jaren dat ik een verhaal heb gepresenteerd met het doel om het te verkopen. Geloof me, dat is eng, dat is iets om heel nerveus van te worden omdat een pril verhaal nog zo een deel van jezelf is. Toch is het belangrijk om te doen, want door het te pitchen, merk je bij jezelf of je het verhaal al dan niet kent. Als je niet kunt vertellen waar het over gaat, dan is het te vroeg. Hoe de ander het verhaal ontvangt, vertelt je ook veel, maar deze uitgever was gepokt en gemazeld en liet zijn gezicht niet lezen.

Ik heb een alleraardigste afwijzing gekregen, eentje waar ik blij van werd. Ik moest vooral volhouden ook al paste het niet in hun fonds en op naar de volgende uitgever. Het bevestigde voor mij dat ik met Jousterheerd op de goede weg zit.